Zwavel in onze brandstof

Op onze clubweekenden is meestal een technisch uurtje, hierin worden verschillende vragen gesteld welke niet altijd onmiddellijk door de Technische Commissie beantwoord kunnen worden, een goed en juist antwoord moet soms opgezocht worden.

Een van die vragen is; Wat doet zwavel in onze brandstof? Een stukje uitleg…!
Zwavel in mineralenolie.
De volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Over welke oliesoorten gaat het?
  • Wat is zwavel?
  • Wat zijn de gevolgen van zwavel in de brandstof?
  • Conclusie

Het spijt me bij voorbaat dat het stukje hier en daar lastig te volgen is.

Oliesoorten.

  • teer,
  • dieselolie (brandstof voor onze vrachtwagens),
  • petroleum / kerosine,
  • benzine,
  • en een hele hoop restproducten worden eveneens uit aardolie vervaardigd, zoals cosmetica (cosmetica), medicijnen, synthetische stoffen.

Zwavel in de brandstof en smeermiddelen

Het kost te veel geld om alle zwavel uit de eindproducten te halen.
Het is mogelijk, maar duur.
Het is dus goedkoper om enige zwavel in de eindproducten te laten zitten.
De brandstof die we gebruiken voor onze dieselmotoren bestaan uit zogenaamde koolwaterstoffen: koolstofketens en daaraan waterstof atomen.
De Latijnse naam voor koolstof is carbon.
Vandaar dat koolstof in de scheikunde met de letter C wordt aangeduid.
Waterstof heet hydrogen en wordt met de letter H aangeduid.
Bij een optimale verbranding van deze brandstof ontstaan slechts warmte, kooldioxidegas en waterdamp.

C carbon koolstofH hydogen waterstofO oxigen zuurstofS sulphur zwavel

Als je dit in een scheikundige formule schrijft (komen jullie herinneringen aan die rare scheikunde leraar weer boven?), krijg je; Koolwaterstof + zuurstof geeft kooldioxide plus waterdamp plus warmte. Het koolwaterstof is de dieselolie. Of beter gezegd: Dieselolie bestaat uit koolwaterstoffen. In de formule gebruik ik een eenvoudige vorm van de dieselolie, een zogenaamd alkaan. Dit alkaan bestaat uit een keten van 10 koolstofatomen. Aan die koolstofatomen zitten de waterstofatomen. Deze stof heet dekaan en komt als belangrijk bestanddeel in de dieselolie voor. In symbolen wordt de formule; warmte

Koolwaterstof + zuurstof geeft kooldioxide plus waterdamp plus warmte. Er zit echter ook zwavel in de brandstof. Omdat dit proces bij een hoge temperatuur plaats vindt, reageert het zwavel ook makkelijk met de aanwezige andere stoffen. Zwavel reageert met zuurstof en waterstof (in het water) tot zwavelzuur.

Hierboven staat:

Deze zwaveldioxide bindt zich met twee deeltjes water tot H2SO4 (aq).

Een zelfde verhaal gaat op voor het ontstaan van die zogenaamde NOx-en (stikstofoxiden), die de motoren ook uitstoten.
Echter, om te voorkomen dat zuren als zwavelzuur motorschade aanrichten, moet de motortemperatuur zo hoog mogelijk zijn.

Conclusie:
Als er zwavel (S) in de brandstof zit, ontstaat er bij verbranding zwavelzuur (H2SO4 ).

onder de 60 oC is zwavelzuur vloeibaar. Als de motor onvoldoende opwarmt, zodat de uitlaatgassentemperatuur lager wordt dat 60 graden Celsius, condenseert het gasvormige zwavelzuur. De zure vloeistof blijft vervolgens achter in de uitlaat (opgelost in het water dat ook bij de verbranding vrijkomt).
De motor warmt onvoldoende op bij korte ritjes of even de motor laten lopen.

  • Gebruik de Magirus-Deutz goed en natuurlijk met genoegen.
  • Goed warm rijden.
  • Goed op temperatuur brengen.
  • En regelmatig de smeerolie verversen.

Een bijdrage van JP van Zijl.

Technische tip  (Motor)   januari 05.

De Oliekoeler van een Deutz F4L 514

Er komen regelmatig  olielekkages voor aan  oliekoelers in de F 4 – 6 L 514 Deutz motoren .

De oorzaak moeten we zoeken bij de koude motor.

Hoe kunnen we schade aan de oliekoeler voorkomen ?.

De bewegende delen in de motor worden gesmeerd door olie onder druk en spatsmering ( die tevens ook aan de koeling  bijdraagt ) de oliedruk word bepaalt door de weerstand in het systeem, dat wordt bepaald door de conditie van de motor, met name de glij-lagers van de krukas ,kruktappen en lagers van de nokkenas, slechte lagers hebben veel ruimte dus veel lekkage, goede lagers daarin tegen met weinig ruimte en dus een betere afdichting, met weinig lekkage dus veel weerstand waardoor er een hogere druk .

De oliepomp pompt olie uit het carter gaat eerst door de oliekoeler dan naar het smeeroliefilter waar het gefiltreerd wordt en vervolgens langs een terugslagklep, die voorkomt dat het systeem leegloopt bij stilstaande motor, naar het hoofd oliekanaal, waar de olie verdeeld wordt naar de te smeren punten en de aansluiting voor de oliedrukmeter, hier in is ook een  instelbare veiligheidsklep in gemonteerd die afgesteld is op 4 à 5 bar bij maximale opbrengst van de oliepomp, dus maximaal  toerental.

Bij stationair toerental zal de oliedruk 2 Ă  3 bar zijn,

Omdat de olie eerst nog enkele andere punten passeert,  die ook de nodige weerstand geven, kan de oliedruk in de oliekoeler oplopen naar wel 6 à 7 bar, in de oliekoeler zelf bevindt zich ook nog een veerbelaste overdruk klep die open gaat als er teveel olie word aangevoerd en de koeler het niet kan verwerken , dan is er een rechte doorstroming  en loopt de olie niet door het koelelement maar rechtstreeks naar het filter.

Ook de oliekoeler heeft een drukverschil van 1 à 2 bar, dus met stationair toerental is de oliedruk in de oliekoeler al  4 a 5 bar , naargelang het toerental stijgt ook de olie opbrengst dus ook de druk.

Al lees je op de oliedrukmeter maar 4 bar af, in de oliekoeler kan dus  de druk oplopen naar 7 bar ,stijgt het toerental nog dan zal de opbrengst en druk tot een niet acceptabele hoogte gaan en schade

aan de oliekoeler kunnen geven.

Vervolgens passeert de olie het filter ook die heeft een drukverschil van 1 a 2 bar, als je het sommetje optelt kom je al snel op in de beurt van 10 bar .

Om die reden zit er in de oliepomp nog een extra veiligheidsklep die open gaat met 10 bar, om  eventuele schade te voorkomen.

Daarom is het bij een koude motor extra oppassen, want de koude olie is dik en dan kan de druk makkelijk de 10 bar bereiken  .

Om schade te voorkomen gebruik een olie met een viscositeit van 15W40 , als men `s winters rijdt is 10 W 40 aan te bevelen , ververs de olie minimaal om de twee jaar, ook al rij je niet veel, in een voertuig die buiten slaapt krijg je condensvorming in de motor , waardoor de olie vervuild en daardoor minder goed vloeibaar is.

Laat de motor eerst lekker stationair wat opwarmen voor je wegrijdt.

Verder nog veel storingsvrije kilometers .